Wat is HIV?

Hiv is een seksueel overdraagbare aandoening. Bloed-op-bloed-contact, onder andere via injectienaalden tijdens bloedtransfusies, onbeschermd seksueel contact en moeder-op-kindtransmissie bij de geboorte zijn de voornaamste manieren waardoor overdracht van het virus mogelijk is.

Om hiv over te dragen, moet er een bepaalde hoeveelheid virus aanwezig zijn. Hiv kan niet overgedragen worden via speeksel, zweet, snot en tranen, want daar zit te weinig virus in. Het kan enkel overgedragen worden via geïnfecteerd (menstruatie)bloed, vaginaal vocht, voorvocht (in mindere mate), sperma en etter.

Het geïnfecteerd bloed, vocht, sperma of etter heeft een 'poort' nodig om in het lichaam van een ander persoon binnen te dringen. Door een intacte huid raakt het virus niet door. Wondjes, blaasjes en zweertjes op het lichaam daarentegen zijn poorten waarlangs het virus wél naar binnen kan.

Het virus kan daarnaast ook een lichaam binnendringen via bepaalde slijmvliezen. Infectie is mogelijk als het virus in contact komt met de slijmvliezen van de schaamlippen, baarmoederhals, vagina, eikel, urinebuis, anus, keel, darm, mond en van het oog - zeker als die slijmvliezen niet helemaal intact meer zijn. Niet elk slijmvlies is even doorlaatbaar, het ene is al wat taaier dan het andere. Zo geraakt het virus moeilijker voorbij een intact mondslijmvlies dan voorbij een intact vagina-, eikel- of aarsslijmvlies bijvoorbeeld.

 

Uit: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hiv